Gemeenten mogen gezinshereniging weigeren



Indien u geen geldig inreisvisum heeft, dan mag de gemeente de aanvraag voor gezinshereniging 'ander familielid' van de Unieburger weigeren.

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) heeft bevestigd dat gemeenten een aanvraag gezinshereniging, die wordt ingediend door een ‘ander familielid’ van een Unieburger (bv. broers, zussen, neven, nichten, ooms, tantes..), mogen weigeren wanneer dat familielid visumplichtig is en binnen de drie maanden na de aanvraag geen paspoort met een geldig inreisvisum kan voorleggen. Deze uitspraak komt echter niet overeen met wat er de voorbije jaren in de praktijk werd toegepast en druist bovendien in tegen de rechtspraak van het Hof van Justitie (HvJ).

De RvV bevestigde dat in twee arresten waarbij telkens een visumplichtig ‘ander familielid’ van een Unieburger een aanvraag tot gezinshereniging indiende bij de Stad Turnhout. De stad heeft beide aanvragen op eigen initiatief zelf geweigerd, aangezien het familielid geen paspoort met een geldig visum kon voorleggen binnen de periode van drie maanden nadat ze de aanvraag hadden ingediend.

Ter informatie, we spreken van een ‘ander familielid’ als de persoon aan één van de volgende voorwaarden voldoet:

  1. Hij/Zij is in het land van herkomst ten laste van- of hij maakt deel uit van het gezin van de Unieburger en hij komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk partner, kind, stiefkind, kleinkind, ouder, stiefouder of grootouder van de Unieburger. Hij moet een familielid zijn, maar de graad van verwantschap heeft geen belang (de Dienst Vreemdelingenzaken beperkt soms de verwantschapsgraad tot de derde graad – neven en nichten).

  2. Hij/Zij heeft omwille van ernstige gezondheidsproblemen persoonlijke verzorging nodig van de Unieburger en hij/zij komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk partner, kind, stiefkind, kleinkind, ouder, stiefouder of grootouder van de Unieburger. Hij moet een familielid zijn, maar de graad van verwantschap heeft geen belang (de Dienst Vreemdelingenzaken beperkt ook hier soms de verwantschapsgraad tot de derde graad – neven en nichten).

  3. Hij/Zij heeft een deugdelijk bewezen duurzame relatie met de Unieburger en hij/zij komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als ‘wettelijk partner’ (d.w.z. dat hij/zij een feitelijke partner is van de Unieburger en dat er geen wettelijk geregistreerd partnerschap is afgesloten).

  4. Het is in België een gevestigde praktijk om alle familieleden van Unieburgers (zowel ‘klassieke’ als ‘andere’) een aanvraag tot gezinshereniging te laten indienen, ongeacht of ze wettig of onwettig verblijven in België. De basis voor deze gevestigde praktijk is het BRAX-arrest, waarin het Hof van Justitie oordeelde dat België geen verblijfsvergunning kan weigeren aan een derdelandburger die zijn verwantschap met een Unieburger bewijst met als enige reden dat hij geen geldig binnenkomstdocument kan voorleggen.



Maar de RvV is van oordeel dat in het geval van de ‘andere familieleden’, de verzoekers niet aantonen:

  • Waarom de wettelijke vereiste om over een geldig inreisvisum te beschikken niet op hen van toepassing zou zijn.

  • Waarom het feit dat ze een geldig inreisvisum moeten voorleggen in strijd zou zijn met het Unierecht. ‘Andere’ familieleden hebben immers een andere rechtspositie dan ‘klassieke’ familieleden van een Unieburger. Lidstaten van de Europese Unie moeten de binnenkomst van ‘andere’ familieleden enkel vergemakkelijken.

  • Waarom de voorwaarde om een geldig inreisvisum voor te leggen in strijd zou zijn met het BRAX-arrest. De RvV is van oordeel dat het BRAX-arrest enkel betrekking heeft op de echtgenoot van een Unieburger, een ‘klassiek’ familielid dus. En zoals we eerder al zeiden, verschilt de rechtspositie van een ‘ander’ familielid met die van een ‘klassiek’ familielid en bijgevolg kunnen ‘andere’ familieleden geen beroep doen op dit arrest.

Er heerst evenwel veel onduidelijkheid over de toepasbaarheid van de verblijfsprocedure voor ‘klassieke’ familieleden op ‘andere’ familieleden.

De Stad Turnhout baseerde zich op het Verblijfsbesluit (Vb) bij het weigeren van de aanvragen voor gezinshereniging, aangezien in het Vb staat dat de gemeente de aanvraag moet weigeren wanneer een familielid niet alle vereiste documenten voorlegt binnen de drie maanden na zijn aanvraag.

Zo staat er in het Vb dat een derdelander (van buiten de EU) zijn familieband met de Unieburger moet bewijzen. Maar een ‘ander’ familielid-feitelijke partner heeft geen biologische of juridische familieband met de Unieburger. Het is dus niet duidelijk of de feitelijke partner dezelfde documenten moet voorleggen als een ‘klassiek’ familielid. Er wordt nergens bepaald welke documenten ‘andere’ familieleden moeten voorleggen, dus wordt er in vraag gesteld of er wel beroep kan worden gedaan op het Verblijfsbesluit om een aanvraag te weigeren.

Ten slotte wordt er in het Vb vermeld dat er wordt voldaan aan de binnenkomstvoorwaarden als een, al dan niet geldig, nationaal paspoort of identiteitskaart of enig ander bewijs van de identiteit of de nationaliteit van de persoon wordt voorgelegd. Een geldig reisvisum is dus niet vereist. Dat is echter nog niet gezegd over deze praktijk van de Stad Turnhout en de omliggende gemeenten, behorende tot het arrondissement Turnhout.

Heeft u vragen met betrekking tot uw specifieke situatie rond gezinshereniging en vreemdelingenrecht of nood aan een advocaat regio Turnhout?

Contacteer ons

Wij volgen de wetgeving en steeds evoluerende rechtspraak op de voet om u volledig en terdege te kunnen informeren. Meer weten hoe u of een familielid in aanmerking komt voor gezinshereniging? U leest het hier.

In de kijker

Ontvang als eerste ons ​​​​​​​laatste nieuws per mail